Heteroseksualiteit: genetisch of aangeleerd?
Ben je geboren als een hetero of word je hetero tijdens het opgroeien? Een vraag waar nog altijd geen helder antwoord op is gekomen vanuit de wetenschappelijke hoek. Heteroseksualiteit is de dominante seksualiteit bij de mensheid (homo sapiens). Deze vorm van seksualiteit komt dus het meest voor. Naast heteroseksualiteit bestaat er ook homoseksualiteit, biseksualiteit, panseksualiteit en aseksualiteit. De centrale vraag in dit artikel is of heteroseksualiteit vastligt in de genen. Er wordt ook gekeken of het mogelijk is om heteroseksualiteit te veranderen naar een andere seksualiteit. Tevens wordt er gekeken of opvoeding een belangrijke rol speelt bij seksualiteit in het algemeen.
Heteroseksualiteit en genen
Onderzoek naar seksualiteit richt zich vooral op homoseksualiteit. Dit is de op één na meest voorkomende seksualiteit bij de mensheid. Heteroseksualiteit wordt vaak een beetje vergeten en/of achterwege gelaten. Toch komt heteroseksualiteit het meest voor bij mensen. Over de hele wereld en in alle werelddelen is de seksualiteit aangetroffen: zowel bij mannen als vrouwen. Ook bij dieren is heteroseksualiteit aangetroffen.
- Let op! Het gaat in dit geval om heteroseksueel gedrag. Dit betekent seksueel gedrag tussen het mannelijk en vrouwelijk geslacht bij mensen en dieren.
Wetenschappers denken dat seksualiteit ergens tussen de genen en omgevingsinvloeden ligt. Dit betekent dat zowel genen (je blauwdruk) invloed uitoefenen op je seksualiteit en dat de omgeving eveneens daar zijn stempel op drukt.
Welke omgevingsinvloeden zijn belangrijk?
Bij omgevingsinvloeden wordt vaak gedacht aan de invloeden die kinderen voorgeschoteld krijgen. Wetenschappers bedoelen echter invloeden die al veel eerder aan bod komen. Het gaat om invloeden in de baarmoeder. Denk dan aan bijvoorbeeld hormonen die de moeder afgeeft. Deze hormonen kunnen de ontwikkeling van het kinderbrein vormen. Een kleine verandering (of aanpassing) in de baarmoeder wordt later tijdens de ontwikkeling buiten de baarmoeder zichtbaar.
Seksualiteit en genen
Er lijkt een wisselwerking te zijn tussen genen en omgevingsinvloeden. Zoals gezegd zijn deze omgevingsinvloeden dus te vinden in de baarmoeder in de vorm van hormonen. De genen van een ongeboren kind komen van zowel de moeder als de vader. Elk geslacht geeft de helft door aan het ongeboren kind. Als zaadcel en eicel versmelten ligt de blauwdruk vast voor het ongeboren kind. Op dit moment kan het dus zijn dat het ongeboren kind automatisch of heteroseksueel of homoseksueel wordt. Hormonen die vrijkomen door de moeder kunnen het ongeboren kind echter beïnvloeden (vormen).
Een eeneiïge tweeling
Een tweeling biedt voor wetenschappers veel mogelijkheden als het gaat om onderzoek naar genen. Met name eeneiïge tweelingen zijn interessant. Deze tweelingen delen dezelfde genen en zijn dus voor een zeer groot deel uniek aan elkaar. Je zou verwachten dat eeneiïge tweelingen altijd dezelfde seksuele voorkeur hebben. Toch is dit niet het geval. Het gebeurt wel eens (echter niet heel vaak) dat de ene helft van de tweeling heteroseksueel is, en de andere helft homoseksueel is.
Seksualiteit na de geboorte van het kind
De meeste wetenschappers denken dat seksualiteit na de geboorte van het kind vastligt. Zowel de genen als omgevingsfactoren (hormonen) hebben hier invloed op gehad. De hersenen van het pasgeboren kind hebben al behoorlijk wat ontwikkeling gekend. De structuren die seksualiteit bepalen zijn bij het pasgeboren kind al gevormd en staan dan dus al vast. Andere hersendelen van het pasgeboren kind moeten nog verder ontwikkeld worden tijdens de opvoeding. Je moet dan denken aan hersendelen die nodig zijn voor abstract denken, redeneren enzovoorts.
Heteroseksualiteit veranderen naar homoseksualiteit
Seksualiteit staat vast na de geboorte van het kind, althans, zo denken de meeste wetenschappers. Betekent het dan dat seksualiteit niet meer te veranderen is? Kan een heteroseksueel zijn of haar seksualiteit niet meer veranderen naar bijvoorbeeld homoseksualiteit? Men denkt dat deze verandering niet meer mogelijk is. Je kunt iemand dus niet meer omtoveren naar een andere seksualiteit. Als de hersenstructuren eenmaal vastliggen is het onmogelijk om dit nog te veranderen.
- Het brein van een heteroseksueel kan niet veranderen naar het brein van een homoseksueel
- Een heteroseksueel kan niet, op een natuurlijke wijze, opeens homoseksueel worden
- Seksualiteit kan niet veranderd worden als het kind eenmaal is geboren
Frequentie van heteroseksualiteit
Heteroseksualiteit is de dominante seksualiteit. Deze seksualiteit komt dus het meest voor bij mensen. Ongeveer 85% van alle mensen is heteroseksueel, 10% is homoseksueel en overig telt voor ongeveer 5%. Er moet wel gezegd worden dat de percentages ruime schattingen zijn. Het is niet met zekerheid te zeggen hoe vaak een bepaalde seksualiteit voorkomt. Het aantal heteroseksuelen kan lager of hoger zijn.